Radiotherapie is een effectieve behandeling voor de meeste hersentumoren en uitzaaiingen in de hersenen, veelal volgend op een operatie of in combinatie met chemotherapie. Soms heeft het de voorkeur om alleen te bestralen.
Radiotherapie maakt gebruik van straling die wordt opgewekt met een hoge elektrische energie. Deze straling dringt diep door in het weefsel en veroorzaakt schade aan de cel. Gezonde cellen herstellen beter van deze aangerichte schade dan tumorcellen.
Het doel van radiotherapie bij hersentumoren is tweeledig: het bestrijden van de tumor en het verbeteren van de kwaliteit van leven van de patiënt. Bij een hersentumor die bij een operatie verwijderd is, maar waarvan een stukje is achtergebleven, ligt de nadruk van de radiotherapie op het bestrijden van de tumor.
Bij kwaadaardige hersentumoren die niet verwijderd kunnen worden ligt de nadruk op het remmen van de tumorgroei waardoor de klachten van de patiënt verbeteren.
Radiotherapie kan op twee manieren worden gegeven: uitwendig en inwendig. De meeste hersentumoren worden uitwendig bestraald met een zogenaamde lineaire versneller. De lineaire versneller lijkt op een groot röntgenapparaat dat om de patiënt heen kan draaien. De bestralingsbundel kan zo vanuit verschillende posities op de tumor in het hoofd worden gericht.
Betrouwbare algemene informatie over bestraling kan o.a. in dit filmpje van het KWF (dat ook hieronder staat) worden bekeken.
laatst bijgewerkt 9 september 2019 update 17 april 2023
Nadat de diagnose hersentumor is gesteld, komt de patiënt voor een kennismakingsgesprek bij de radiotherapeut (bestralingsarts). In dit gesprek wordt geïnformeerd naar de ziektegeschiedenis, recente onderzoeken en eventuele behandelingen, gevolgd door een lichamelijk onderzoek. Ook komen conditie en eventuele problemen/klachten van de patiënt aan de orde. Eerdere scans (CT-scan of MRI) en laboratoriumuitslagen worden opnieuw bekeken, en zo nodig besproken. Verder wordt uitgelegd wat de bestraling inhoudt en hoe vaak de patiënt moet komen (van enkele dagen tot zes weken dagelijks) Het doel van de bestraling en mogelijke bijwerkingen worden ook besproken.
Bij een volgende afspraak op de afdeling radiotherapie wordt de patiënt op een behandeltafel gelegd in dezelfde positie waarin de bestraling zal plaatsvinden. Er wordt een masker gemaakt dat aan de tafel wordt vastgeklikt, zodat het hoofd tijdens de bestraling stilligt. Daarna wordt het bestralingsgebied met een CT-scan in beeld gebracht. Veelal maakt de radiotherapeut ook gebruik van eerder gemaakte CT’s of MRI’s om de tumorpositie precies te bepalen. Behalve het zo precies mogelijk bestralen van de tumor, wordt hierbij uiteraard ook rekening gehouden met het sparen van gezonde organen. Er worden instellijnen voor de bestraling met een stift op het masker getekend. De procedure van het maken van het masker wordt in het volgende filmpje in beeld gebracht.
Enkele dagen later wordt de eerste bestraling gegeven. In de bestralingsruimte wordt de patiënt geholpen door laboranten, dat zijn gespecialiseerde medewerkers van een afdeling radiotherapie. Op de behandeltafel wordt het masker over het hoofd gelegd en met drukkers achter de oren aan de tafel bevestigd. Aan de hand van de instellijnen op het masker wordt het bestralingsapparaat nauwkeurig in positie gebracht. Hierna gaan de laboranten naar de controlekamer, van waaruit de bestraling wordt geregeld. Zij kunnen de patiënt daar op een monitor goed zien en spreken via een intercom.
De tumor wordt vanuit meerdere kanten bestraald. De bestraling zelf duurt kort (enkele tientallen seconden) en een bestralingsafspraak duurt daardoor hooguit 10 tot 15 minuten. De bestraling zelf doet geen pijn. Sommige behandelingen kunnen wat langer duren a.g.v. de gebruikte techniek en dosis. (hoeveelheid straling)
Afhankelijk van de benodigde bestralingsdosis wordt er dagelijks bestraald, vijf dagen per week. Voor de behandeling van hersenmetastasen is de bestraling beperkt tot enige dagen; voor een radicale bestraling van astrocytomen kan de bestralingsperiode oplopen tot zes of zeven weken. Bij behandelingen van meerdere weken, komen patiënten regelmatig voor controle bij hun radiotherapeut.
laatst bijgewerkt 6 september 2019 - check 17 april 2023
Bijwerkingen van radiotherapie kunnen worden onderscheiden in vroege bijwerkingen en late bijwerkingen.
laatst bijgewerkt 6 september 2019
Bij de bestraling van hersentumoren wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van twee tot vijf stralenbundels die achtereenvolgens vanuit verschillende richtingen worden gegeven. De bundels zijn voor iedere patiënt individueel gevormd naar de tumor. Hierbij spreekt men van conformele radiotherapie. Als daarbij ook nog de sterkte van iedere bundel per patiënt wordt aangepast, spreekt men van intensiteit gemoduleerde radiotherapie (IMRT). Vergelijkbare behandelingen worden VMAT en RapidArc genoemd. Op het bestralingsapparaat worden tegenwoordig vaak foto’s gemaakt. De patiënt krijgt hier meestal geen uitslag van omdat deze foto’s alleen worden gebruikt voor een zo precies mogelijke bestraling.
Voor kleine diepliggende tumoren kan de precisie vergroot worden door een groot aantal zwakke bundels uit veel richtingen op de tumor te richten. Het gevolg hiervan is een hele hoge dosis straling ter plaatse van de tumor, met voor het omgevende weefsel maar een geringe hoeveelheid straling. Als stereotactische bestraling slechts één keer gegeven wordt, spreekt men ook wel van stereotactische radiochirurgie. Het technische principe van stereotactische radiotherapie en van radiochirurgie is hetzelfde. Stereotactische bestraling kan even goed gegeven worden met een daartoe uitgeruste lineaire versneller (Linac) als met een alternatieve behandelmethode zoals GammaKnife of Cyberknife.
Stereotactische bestraling is in het bijzonder van waarde voor de behandeling van diepliggende maar goedaardige vaattumoren in de hersenen. Ook kleine goedaardige tumoren van de gehoorzenuw (zogenaamde brughoektumoren), kleine tumoren van de hersenvliezen (kleine meningeomen) en van de oogzenuw kunnen goed stereotactisch bestraald worden. Daarnaast wordt stereotactische bestraling vaak toegepast bij de aanwezigheid van één of meerdere hersenmetastasen. Grote en grillige tumoren kunnen meestal niet stereotactisch bestraald worden.
Bij inwendige bestraling (brachytherapie) worden radioactieve bronnen vlakbij of in de tumor aangebracht. Op deze wijze kan heel lokaal een hoge dosis worden gegeven, waarbij het omgevende weefsel minder belast wordt. Het inbrengen van radioactieve bronnen in de hersenen vergt een operatieve ingreep, een zeer hoge precisie en wegens de radioactiviteit een zeer zorgvuldige nazorg. Voor de inwendige bestraling van hersentumoren wordt vooral gebruik gemaakt van radioactief iridium en jodium. In de praktijk wordt de methode maar zelden toegepast.
laatst bijgewerkt 9 september 2019