Patiënten met hersentumoren gebruiken vaak meerdere medicijnen. Dit gaat om medicijnen tegen de hersentumor zelf, zoals chemotherapie, of medicijnen tegen vocht rond de tumor (dexamethason). Daarnaast gaat het om medicijnen tegen de verschillende symptomen: medicatie tegen epilepsie, pijn of onrust. De middelen komen hier kort aan bod. Let op: Voorschrijven van medicatie is altijd maatwerk; een arts bepaalt, in overleg met de patiënt, de keuze voor een middel en dosis.
|
Patiënten met een glioom of een andere hersentumor hebben vaak epilepsie; dit geldt vooral voor patiënten met een laaggradig glioom. De neuroloog zal na het stellen van de diagnose epilepsie overgaan tot het voorschrijven van een anti-epilepticum. Tegenwoordig worden deze medicijnen niet meer profylactisch (uit voorzorg) voorgeschreven als er nog geen epileptische aanvallen zijn opgetreden, maar alleen in geval van het optreden van epileptische aanvallen.
Er zijn vele anti-epileptica beschikbaar. De meeste gebruikte zijn: natriumvalproaat (Depakine), carbamazepine (Tegretol), oxcarbazepine (Trileptal), levetiracetam (Keppra) en lamotrigine (Lamictal). In het algemeen wordt er begonnen met één medicijn, en wordt het effect geëvalueerd. Het is de bedoeling dat de epilepsie wordt onderdrukt, en er geen hinderlijke bijwerkingen ontstaan bij de gebruikte dosering. Niet iedereen reageert hetzelfde op een medicijn. Zo heeft de één last van hinderlijke bijwerkingen bij slechts lage dosering, terwijl de ander hoge doseringen probleemloos gebruikt. Ook is het niet zo dat de epileptische aanvallen altijd kunnen worden onderdrukt; bij laaggradige gliomen wordt slechts de helft van de patiënten aanvalsvrij met medicijnen. Als het met eerste medicijn niet lukt, wordt vaak een tweede erbij geprobeerd. Als het dan lukt om de aanvallen te onderdrukken, wordt vaak het eerste medicijn afgebouwd. Soms hebben patiënten meerdere soorten anti-epileptica nodig. De behandeling van de tumor zelf (met operatie, radiotherapie en/of chemotherapie) kan ook een gunstig effect hebben op de aanvalsfrequentie. Dit geldt zeker indien bij operatie, naast de tumor zelf, ook het hersengebied waaruit de epilepsie ontstaat (de epileptogene zone) veilig kan worden verwijderd.
De anti-epileptica hebben allemaal hun eigen bijwerkingen, die vermeld staan in de bijsluiter. Soms kunnen deze als zeer hinderlijk worden ervaren: bijvoorbeeld haaruitval en gewichtstoename bij gebruik van natriumvalproaat (Depakine), wazig zien en instabiliteit bij gebruik van carbamazepine (Tegretol), prikkelbaarheid bij levetiracetam (Keppra). Bespreek altijd met uw arts wat u aan bijwerkingen merkt: dosisaanpassing of verandering van medicijn zijn wellicht nodig. Voor patiënt en arts is het als het ware laveren tussen positief effect (voorkomen van epileptische aanvallen wat de kwaliteit van leven gunstig beïnvloedt) en negatief effect (bijwerkingen die de kwaliteit van leven ongunstig beïnvloedt).
Bovengenoemde medicijnen zijn bedoeld om het ontstaan van aanvallen te voorkómen. Daarnaast bestaan er medicijnen die een aanval kunnen onderdrukken of doen ophouden, nadat de aanval al begonnen is. Voorbeelden hiervan zijn diazepam (Stesolid, rectiole voor rectale toepassing), clonazepam (Rivotril, druppels voor in de mondholte) en midazolam (Dormicum, neusspray).
Vele anti-epileptica hebben interacties met andere medicijnen. Dit betekent dat de medicijnen elkaars werking kunnen beïnvloeden; het ene medicijn zorgt ervoor dat het andere medicijn minder goed werkt, of juist extra sterk werkt. Bespreek altijd met uw arts de eventuele interactie van anti-epileptica met medicijnen die u al gebruikte.
laatst bijgewerkt 30 augustus 2023
Hiervoor wordt verwezen naar het aparte hoofdstuk chemotherapie.
Corticosteroiden zijn bijnierschorshormonen die ook natuurlijk in het menselijk lichaam voorkomen. Bij patiënten met hersentumoren wordt vaak het corticosteroid dexamethason voorgeschreven. Het is een krachtig middel waarop patiënten vaak goed reageren. Dit komt door het oedeem (vocht) bestrijdend effect van het medicijn. Rondom een hersentumor bevindt zich vaak een oedemateuze zone, die mede leidt tot neurologische uitvalsverschijnselen en bv hoofdpijn door hogere druk in het hoofd. Vaak leidt dexamethason al in enkele uren tot afname van klachten en verschijnselen.
Helaas heeft dexamethason ook vele nadelige effecten, wat de reden is om altijd te streven naar een zo kort mogelijke periode van gebruik, en een zo laag mogelijke dosering. Enkele nadelige neveneffecten zijn
De kans om negatieve bijwerkingen te ontwikkelen houdt zeker verband met langer gebruik en hogere doseringen. Het is ook van belang om altijd de door u gebruikte dosering goed bij te houden en niet zomaar te stoppen met inname; plots stoppen kan gevaarlijke effecten op het lichaam hebben. Bespreek e.e.a. altijd met uw arts.
Het gebruik van dexamethason kan ook leiden tot een hogere kans op het krijgen van maagproblemen, vooral bij patiënten die voorheen al maagproblemen hadden. Bij deze patiënten worden dan ook maagbeschermende medicijnen (bv pantoprazol, losec) voorgeschreven ten tijde van dexamethason gebruik.