close
Agenda
naar publieksdag →
close
menu
publieksdag
Menu
naar publieksdag →
achtergrondinformatie

Alles over tumoren

Brughoektumoren

Een brughoektumor is een gezwel dat zich op een welbepaalde plaats binnen de schedel bevindt, namelijk de brughoek. Er bestaan een linker en een rechter brughoek, die gelegen zijn aan de schedelbasis, tussen de pons of brug en de kleine hersenen. In dit gebied loopt een aantal hersenzenuwen. De brughoektumor die het meest voorkomt gaat uit van de achtste hersenzenuw (de gehoor- en evenwichtszenuw, nervus acusticus en de nervus vestibularis) die ontspringt uit de pons en loopt naar de opening in het rotsbeen, de zogenaamde inwendige gehoorgang. Hier komt hij samen te liggen met de zevende hersenzenuw of nervus facialis (die de gelaatsspieren aanstuurt). Het gezwel ontstaat uit de zogenaamde Schwann cellen, die in feite het omhulsel van de zenuw vormen, de zenuwschede, en het gezwel is bijna altijd goedaardig. De huidige juiste benaming van deze tumor is vestibulair Schwannoom, terwijl vroeger vaak de naam acusticus neurinoom gebruikt werd.

De brughoektumor, die meestal enkelzijdig voorkomt, kan zich ook dubbelzijdig manifesteren. Vaak bestaat er dan een verband met de erfelijke aandoening neurofibromatose (een afwijking met zeer verschillende uitingsvormen die vooral de huid en het zenuwstelsel aantast). Een bepaalde vorm van deze ziekte, meestal neurofibromatose type 2 of kortweg NF2 genoemd, wordt gekenmerkt door het beiderzijds voorkomen van het vestibulair Schwannoom.

 

Symptomen

In het geval van het vestibulair Schwannoom ontstaan de eerste verschijnselen doordat het gezwel dat uitgaat van de zenuwschede van de achtste hersenzenuw gaat drukken op de zenuw. Hierdoor zal de zenuw aan de kant van het gezwel minder goed gaan werken. De achtste hersenzenuw brengt normaal signalen uit het gehoor- en evenwichtsorgaan, dat ligt in het rotsbeen, over naar het gehoor- en evenwichtscentrum in de hersenen. De meest voorkomende beginklachten zijn dan ook eenzijdige gehoordaling en oorsuizen.

Duizeligheid komt daarnaast ook vaak voor en wordt meestal aangegeven als een gevoel van onzekerheid ter been. Bij verdere groei van de tumor kunnen ook de andere hersenzenuwen die in de brughoek lopen in de verdrukking komen. Het gaat hierbij meestal om de vijfde hersenzenuw (nervus trigeminus), die verantwoordelijk is voor het gevoel in het aangezicht. De verschijnselen die hierbij optreden zijn pijnlijke gevoelsstoornissen in het gezicht. Ook kan de zevende hersenzenuw, die verantwoordelijk is voor de motoriek van de gelaatsspieren, uitvallen met als gevolg verlamming van de gelaatsspieren aan de aangetaste zijde, wat hierin tot uiting komt dat de mondhoek gaat hangen en het oog minder goed gesloten kan worden. Bij heel grote tumoren kunnen ook de nog lager gelegen hersenzenuwen uitvallen.

Daarnaast kan er een stoornis optreden in de hersenvochtcirculatie, waardoor een waterhoofd of hydrocephalus ontstaat, met als klachten hoofdpijn gecombineerd met slecht zien, braken en sufheid. Daarnaast kunnen door druk op de hersenstam de signalen, die vanuit de hersenen naar het ruggenmerg doorgestuurd worden, onderbroken worden met uitval van belangrijke lichaamsfuncties als gevolg. Zowel de situatie waarbij er een waterhoofd optreedt, als die waarbij er druk op de hersenstam wordt uitgeoefend door het gezwel kunnen levensbedreigend zijn. Hoofdpijn kan overigens ook als klacht optreden bij relatief kleine tumoren, zonder dat er hierbij sprake is van een stoornis in de hersenvochtcirculatie.

 

Diagnose

Het is van belang om in een vroeg stadium de diagnose te stellen. Groei van de tumor kan onherstelbare zenuwbeschadiging veroorzaken en uiteindelijk zelfs levensbedreigend zijn. Daarnaast neemt het operatierisico en de kans op complicaties toe bij grotere tumoren. Aan de hand van een aantal typische ziekteverschijnselen, zoals eenzijdige gehoordaling of oorsuizen, kan de diagnose vermoed worden. De patiënt wordt dan naar de KNO-arts of neuroloog verwezen, die uiteindelijk de diagnose stelt. Hij maakt hierbij gebruik van aanvullend gehoor- en evenwichtsonderzoek. Dit onderzoek kan aantonen of er een afwijking in de brughoek gezocht moet worden. Het aangewezen onderzoek om de diagnose te bevestigen is de MRI-scan van het hoofd, waarmee zelfs zeer kleine tumoren van slechts enkele millimeters aan te tonen zijn. Natuurlijk is niet iedere duizeligheid het gevolg van een brughoektumor. Integendeel, duizeligheid is een heel veel voorkomende klacht met een scala aan oorzaken, die vaker niet dan wel het gevolg van een tumor zijn.

 

Behandeling

Doel van de behandeling is schade te voorkomen, die ontstaat door groei van de tumor. De meest effectieve methode om dit doel te bereiken is de chirurgische verwijdering van de tumor. Omdat aan een dergelijke operatie een zeker risico is verbonden, is een alternatieve behandeling ontwikkeld, de zogenaamde radiochirurgie. Hierbij wordt de tumor niet weggenomen, maar door straling in zijn groei gestopt.

Uit onderzoek is gebleken, dat de groei van de tumor niet altijd goed voorspelbaar is. Meestal groeit de tumor traag, d.w.z. 1 à 2 mm per jaar, maar soms kan de tumor ook jarenlang niet groter worden. Daarom kan in sommige gevallen besloten worden om niet direct tot behandeling over te gaan, maar eerst het natuurlijke verloop te volgen en pas behandeling in te stellen bij aangetoonde groei. Ook wordt er tegenwoordig wel voor gekozen om alleen een deel van de tumor te verwijderen, zodat het risico op beschadiging van de omliggende zenuwen zo klein mogelijk is. De rest kan dan worden behandeld met radiochirurgie (een zeer nauwkeurige hoge dosis straling) of stereotactische bestraling (zeer nauwkeurige bestraling in porties).

meer over radiochirurgie en stereotactische bestraling

 

 

laatst bijgewerkt 9 september 2019