Hersentumoren zijn de enige tumoren die door hun plaats in de hersenen een direct effect kunnen hebben op de persoonlijkheid en het psychisch functioneren. In het algemeen zijn de veranderingen in persoonlijkheid en gedrag voor de patiënt, familie en naasten moeilijker te hanteren dan de lichamelijke veranderingen, zelfs die van bijvoorbeeld een halfzijdige verlamming. Deze veranderingen worden in belangrijke mate veroorzaakt door de hersenschade die de tumor zelf heeft aangericht of als gevolg van vochtophoping rond de tumor, het omringende zogenaamde oedeem. Dit oedeem wordt vaak behandeldmet corticosteroiden. Daarnaast kunnen ook de behandeling of een combinatie van behandelingen (operatie, radiotherapie, chemotherapie) en de medicijnen (dexamethason, anti-epileptica) leiden tot veranderingen in het denken en het gedrag.
Er kunnen algemene veranderingen in het functioneren optreden, maar ook veranderingen die afhankelijk zijn van de plaats van de tumor in de hersenen en van het feit of een tumor zich in de linker of rechter hersenhelft bevindt (zie figuur).
Schematische voorstelling van de hersenen met de centra voor beweging, gevoel, taal (om te spreken en te verstaan), en voor het zien, waarvan beschadiging een stoornis geeft van de betreffende functie. Naast deze zogenoemde eloquente hersengebieden, waar beschadiging van dat gebied directe gevolgen heeft voor het functioneren, zijn er zogenoemde ‘stille’ gebieden, waar functies zetelen, die niet opvallend gestoord raken bij beschadiging van het gebied, omdat ze kennelijk vervangbaar zijn door soortgelijke functies in andere gebieden die bij hetzelfde hersennetwerk zijn betrokken.
Zo kunnen patiënten met een tumor in de frontaalkwab interesse verliezen in hun omgeving of kunnen zij geconfronteerd worden met stemmingsschommelingen en intellectuele achteruitgang. Daarnaast kunnen beperkingen ontstaan in het korte termijn geheugen (geheugen voor recente gebeurtenissen). Ook kunnen patiënten met tumoren in deze gebieden moeite hebben met het plannen en reguleren van hun gedrag. Dit is merkbaar in veel dagelijkse bezigheden en kan vooral voor de omgeving een enorme belasting betekenen. Zo kan bij voorbeeld een voorheen serieuze en nauwgezette persoon geleidelijk laconieke en onverschillige trekken gaan vertonen.
Afhankelijk van de exacte locatie in de linker of rechter hersenhelft kunnen tumoren in de parietaalkwab op hun beurt leiden tot stoornissen in de waarneming en de ruimtelijke oriëntatie . De patiënt kan bijvoorbeeld voorwerpen die hij in zijn hand neemt niet goed herkennen, kan links niet van rechts onderscheiden, mist delen van de omgeving, of hij heeft problemen met het lezen en rekenen.
Tumoren in de temporaalkwab kunnen onder meer aanleiding geven tot problemen met het zien, de reuk, de taalvermogens en het visueel geheugen. De patiënt kan dubbel zien en kan daarnaast last hebben van reukhallucinaties of kan uitval van een deel van het gezichtsveld hebben.
Tumoren in de occipitaalkwab geven vooral problemen met het zien. Zo kan er uitval van een helft van het gezichtsveld optreden. Opvallend hierbij is dat een patiënt soms niet door heeft dat er een deel van het perifere gezichtsveld ontbreekt. Dit laatste heeft vooral belangrijke consequenties in het verkeer.
Veranderingen in het functioneren die niet direct samen lijken te hangen met een specifieke plaats van de tumor kunnen plaatsvinden op drie verschillende niveaus: cognitief (dat wil zeggen: in de verstandelijke vermogens), emotioneel en gedragsmatig.
laatst bijgewerkt 30 augustus 2023
Cognitieve veranderingen:
laatst bijgewerkt 30 augustus 2023
Cognitieve veranderingen:
laatst bijgewerkt 30 augustus 2023
Voor een aantal veel voorkomende psychische symptomen volgen beknopt een aantal adviezen voor patiënten en hun naasten om met de eerder genoemde veranderingen / beperkingen in de praktijk om te kunnen (leren) gaan:
laatst bijgewerkt 30 augustus 2023